Erfgoedplus.be vind meer dan je zoekt

Navigation Search

Dossier: Victor Boin Olympiër met dadendrang

1 Duiveltje-doet-al

Sedert 2004 wordt in het Sportimonium te Hofstade (Zemst) een bonte en boeiende collectie aan erfgoed uit de sportwereld uitgebouwd. Op zeer onderhoudende wijze maakt de bezoeker er kennis met een grote diversiteit aan historische items uit al even uiteenlopende sporttakken.

Eén van de paradepaardjes van dit museum is zonder twijfel de zo getrouw mogelijk gereconstrueerde werkkamer van de kleurrijke, meervoudige Olympische medaillewinnaar Victor Boin (1886-1974). Dit “kabinet” groepeert talloze souvenirs uit zijn verrassend veelzijdige en interessante levensloop. Boin scheerde zowel als sportman, oorlogsheld, journalist, bestuurslid maar ook als mondain figuur hoge toppen. Het fraai gemeubeld knusse zaaltje herbergt een wel heel bonte collectie. Het is een stilleven van ingekaderde foto’s met hoogtepunten uit zijn leven, diverse sporttrofeeën en perskaarten. Om nog maar te zwijgen van de talloze militaire en sportieve onderscheidingen respectvol gerangschikt op een vilten of fluwelen achtergrond. Eveneens te zien in het Sportimonium zijn tal van topstukken en memorabilia in verband met de Olympische Spelen in het algemeen. Zo vindt men er de allereerste vlag met de befaamde 5 gekleurde ringen, ingevoerd tijdens de Spelen in Antwerpen in 1920.

De start van de Olympische Spelen van Rio op 5 augustus is een mooie gelegenheid om deze markante persoonlijkheid en de beheerders van zijn erfgoed hier even onder de spotlichten te schuiven. Klik op de afbeeldingen voor extra informatie.

 
Boven: Belgische turnsters op de O.S. van Londen, 1948
Hieronder: Affiche watersporten, O.S. van Londen, 1948

Duiveltje-doet-al en topsporter in spe...

In 1886 werd in het gegoede gezin Boin een zoontje geboren. Terugblikkend kreeg de kleine spruit de wel erg toepasselijke voornaam Victor of “overwinnaar”. Veel gras het kranig kereltje er overigens niet over groeien om indruk te maken. Tijdens een wedstrijd voor baby’s op de “Exposition Internationale d’Hygiène et de Sauvetage” in Oostende won hij op 2 jarige leeftijd de “prix de santé”.  Zoals later zou blijken velden de juryleden daarmee een wel erg visionair oordeel… De toekomst zou de kerngezonde jongeheer naar tal van gewichtigere overwinningen voeren.

Van jongs af aan was Boin bezeten door sport. De kleine Victor ontdekte al vroeg het Zweeds turnen en de heilgymnastiek. Voorts ontpopte hij zich vanaf zijn eerste lessen in het Brussels St. Sauveur-zwembad tot een heuse waterrat. Als kloeke 10-jarige redde hij te Oostende een kindje van de verdrinkingsdood, nadat een moeder zelfmoord had willen plegen nabij het Kursaal. Leopold II huldigde de jeugdige held persoonlijk met een ereteken. Later schreef Boin zich in voor allerlei nationale en internationale (school)wedstrijden zwemmen. In 1899 eindigde hij 2de tijdens de Belgische jeugdkampioenschappen, een “Poulidoriaans” resultaat dat hij nog meermaals zou behalen.

                                        
                                 Victor Boin (staand, centraal) omringd door andere zwemmers
                                                          (St. Sauveur-zwembad, Brussel)  
                                                            

De sportieve interesse van de ondernemende knaap breidde zich gestadig uit. Hij raakte verslingerd aan waterpolo, een sporttak waarin hij nog hoge ogen zou gooien. Nog in 1899 werd hij bij zijn debuut meteen al 2de op 199 deelnemers tijdens de Belgische jeugdkampioenschappen floretschermen.

Boin stortte zich ook vol overgave op het (snel)schaatsen. In 1903 stichtte de toen amper 17-jarige de Féderation des Patineurs de Belgique, de eerste vereniging voor ijshockey in België. Na “des violents incidents” in de organisatie nam het voltallig bestuur ontslag. Boin was toen mee betrokken bij de oprichting van de nieuwe Cercle des Patineurs de Bruxelles. In 1904 werd hij in de hoofdstad tot kampioen gekroond in de Pôle Nord, de schaatspiste in het Palais d’Eté. In hetzelfde jaar beklom hij het hoogste schavotje tijdens de Belgische en Europese kampioenschappen snelschaatsen. Later kwam daar nog boksen en jiu-jitsu bij. In die laatste sport werd hij in 1907 de allereerste Belgische kampioen. Ook in de autosport verdiende hij zijn sporen. Getuige daarvan is een fraai versierde beker van de autoproducent Panhard-Levassor die hij blijkbaar in 1903 behaalde.

Het is geen overdrijving om te stellen dat hij een erg polyvalente kennis over de sportwereld uitbouwde. Boin’s passie voor sport vloeide over naar een carrière als (sport)verslaggever. Reeds in 1903 ontving hij zijn eerste perskaart, in die tijd nog niet zo streng gereglementeerd als vandaag. Dra schreef hij voor o.a. “la Réforme”, “le Petit Bleu”, de “Gazette”, “Vélo-Sport”, “la Nation Belge”, “l’Eventail” of nog het nieuwe weekblad “Pourquoi Pas”.


                                             Twee perskaarten uit de collectie van Victor Boin,
                                 die van de Carnet Mondain (1908) en deze van Vélo-Sport (1913)

Even overwoog hij nog een loopbaan als officier. Ondanks een succesvol ingangsexamen aan de Militaire School bedacht hij zich uiteindelijk. Uniform en kazerneleven moesten van dan af resoluut wijken voor een journalistieke carrière in combinatie met die van verzekeringsmakelaar en topsporter.

Print deze pagina