Erfgoedplus.be vind meer dan je zoekt

Navigation Search

Dossier: FIERE MARGRIET

Een nieuwe reus voor Leuven

Leuven is sinds kort een opmerkelijke nieuwe inwoner rijker: reuzin Fiere Margriet. Het initiatief voor deze reus is genomen door de Mannen van ’73, die samen met de vereniging Reuzen in Vlaanderen  en kunstenaar Jo Bocklandt een eeuwenoude traditie willen voortzetten.

De Mannen van ’73 zijn een afdeling van het Jaartallenleven van Leuven. Voor hun oprichtingsstunt kwamen zij met het idee van een nieuwe Leuvense reus. Hiervoor lieten zij zich inspireren door de legende van de Fiere Margriet. Met hun actie hopen zij meer bekendheid te geven aan dit historische personage. Want hoewel vrijwel iedere Leuvenaar haar naam kent, is het verhaal dat daarachter schuilt lang niet zo wijdverbreid.


 

Intocht van reuzin de Fiere Margriet door Leuven op 1 juni 2013. Foto: Mannen van '73.

Legende

Wie is deze dame, die Leuven al meer dan 800 jaar in de ban houdt met haar bijzondere geschiedenis? Margaretha (Margriet) van Leuven leefde van 1207 tot 1225. Als jonge vrouw werkte zij in de herberg van haar oom Amandus in Leuven. Deze herberg, die in de Muntstraat stond, werd verkocht toen haar oom en tante besloten om in het klooster te treden. Op een avond, kort voor hun vertrek, kwam een reisgezelschap naar de herberg. Omdat zij geen gasten meer verwachten, had Amandus geen drank om aan te bieden. Margaretha werd erop uitgestuurd om een kruik wijn te halen. Na haar vertrek vermoorden de reizigers, haar oom en zijn vrouw. Toen Margaretha terugkeerde naar de herberg en de lijken en de overvallers aantrof, werd ze overmeesterd. De rovers namen haar mee en buiten de stad probeerden zij haar te verkrachten. Margaretha verzette zich hevig. Hieraan dankt zij haar bijnaam de Fiere, omdat haar maagdelijkheid niet wilde verliezen, wat zij met de dood moest bekopen. Margaretha’s lichaam werd vervolgens in de Dijle gegooid. Vissers vonden haar lijk pas enkele dagen later op de oevers van de rivier en begroeven het ter plaatse. Maar door een wonderlijk licht boven het graf werd het lichaam alsnog ontdekt en weer naar Leuven gebracht. Op de plaats van de moord zouden naderhand diverse mirakels zijn gebeurd.

Kort na haar dood werd haar verhaal voor het eerst opgetekend door Ceasarius. In de 15e eeuw werd een variant op de legende geschreven door de Augustijnermonnik Johannes Gielemans. Hij beweerde dat vissen het lijk van Margaretha, nadat het in de Dijle was geworpen, stroomopwaarts droegen terwijl een lichtschijn het omgaf. Niemand minder dan de Hertog van Brabant, Hendrik I, zou het lichaam hebben ontdekt.

Margaretha-kapel aan de Sint-Pieterskerk in Leuven. Foto van voor 1914.

Sint-Pieterskerk met op de voorgrond de, aan de Fiere Margriet gewijde, Margaretha-kapel. Datering foto: voor 1914. Collectie Stadsarchief Leuven.

Print deze pagina